Witte druif
De Solaris is een erg lekkere tafel- en wijndruif met een zoete smaak en maakt grote trossen aan. Het is een relatief nieuw druivenras. Hij is zeer geschikt voor het wat koudere klimaat in bijvoorbeeld Nederland en wordt in deze regio vooral gebruikt in de wijnteelt. Men verkijgt van de Solaris een stevig witte wijn met een bloemig aroma en een honingachtige afdronk. Toch zijn de goudgele vruchten wegens het hoge suikergehalte prima geschikt voor directe consumptie. Kenmerkend is de vroege tijd van oogsten, dus u kunt al “vroeg in de zomer” genieten van vers fruit uit eigen tuin.
Bestuiving: zelf bestuivend. Snoeien: in juni. Zorg ervoor dat de plant niet verwildert en mooi open blijft groeien. Bemesting: in de winter, hoe groter de plant, des te meer DCM Groenkalk de plant nodig heeft. Bij zure vruchten de winter erop meer DCM Groenkalk gebruiken voor zoetere vruchten. De Solaris is goed ziekteresistent en geeft makkelijk vrucht. Hoog resistent voor meeldauw en botrytis.
Bewaren
Druiven kan je het beste bewaren in de koelkast. De maximale bewaartijd in de koelkast is 7 dagen. Op de fruitschaal kan je druiven ca. 3 dagen bewaren. Druiven kan je wel langer bewaren als je ze aan de tros laat zitten en niet in aanraking met vocht komen.
Schoonmaken
Was de tros met druiven met lauw water en laat ze uitlekken in een vergiet. In principe kan je ze nu van de tros afplukken en opeten. Wil je de druiven ontpitten? Haal ze dan van de tros af en snijd de vrucht doormidden. Vaak kan je de pit dan met een satéprikker eruit halen. Het is niet schadelijk om de pit op te eten.
Voedingswaarde
Druiven staan wel bekend als een suikerbommetje, toch heeft het eten van druiven ook wat voordelen. Druiven zijn bijvoorbeeld wel heel rijk aan kalium, dit is goed voor het in balans houden van de bloeddruk. Ook bevatten druiven veel voedingsvezels. Ze bevatten ook veel antioxidanten.
