Wat zijn stinzen

Een stinzenplant is een bloembol die zichzelf goed kan vermeerderen. Ze breiden zichzelf uit door zichzelf uit te zaaien. Een stinzenbloembol plant je daarom ook voor meerdere jaren. Laat het loof na de bloei zitten. De bloembol zal zaad aanmaken en dit vervolgens laten vallen. Het kan wel jaren duren voordat het ontkiemt, dus je hebt even geduld nodig. Maar je wordt uiteindelijk wel rijkelijk beloond met  een kleurrijk tapijt aan bloemen vroeg in het voorjaar.

“Door stinzenbollen te planten in je eigen tuin kun je helpen met het herstel van de biodiversiteit in Nederland!” Mark

De geschiedenis van de Stinzenbol

Veel stinzenbollen zijn rondom de 16de en 17de eeuw aangeplant rondom landhuizen, buitenplaatsen, kastelen en stadswallen. Deze bloembollen kwamen van nature niet voor in Nederland en zijn veelal afkomstig uit Zuid-, Oost- of Midden-Europa. Hierdoor zijn niet alle stinzenbollen officieel inheems maar hebben ze hun plek in het Nederlandse cultuurlandschap inmiddels wel veroverd.

Ecologische waarde

Doordat sommige soorten al vroeg in het jaar bloeien zijn stinzenbollen van hoge ecologische waarde. Het is namelijk de eerste plek waar hommels en bijen nectar en stuifmeel kunnen pakken. Door stinzenbollen te planten in je eigen tuin kun je helpen met het herstel van de biodiversiteit in Nederland. Het is niet alleen een lust voor insecten maar ook een lust voor het oog! Welke soorten behoren tot de stinzenbollen vind je hieronder:

  • Allium ursinum (daslook)
  • Anemone blanda (oosterse anemoon)
  • Anemone nemorosa (bosanemoon)
  • Anemone ranunculoides (gele bosanemoon)
  • Arum italicum (Italiaanse aronskelk)
  • Chionodoxa luciliae (sneeuwroem)
  • Chionodoxa sardensis (kleine sneeuwroem)
  • Colchicum autumnale (herfsttijloos)
  • Corydalis cava (holwortel)
  • Crocus tommasinianus (boerenkrokus)
  • Erythronium ‘Pagoda’ (hondstand)
  • Eranthis cilicica (winterakoniet)
  • Fritillaria meleagris (kievietseitjes)
  • Galanthus elwesii (sneeuwklokje)
  • Galanthus nivalis (sneeuwklokje)
  • Hyacinthoides non-scripta (boshyacint)
  • Leucojum aestivum (zomerklokjes)
  • Leucojum vernum (lente klokje)
  • Narcissus ‘Recurvus’ (dichtersnarcis)
  • Ornithogalum nutans (knikkende vogelmelk)
  • Ornithogalum umbellatum (gewone vogelmelk)
  • Scilla mischtschenkoana (streephyacint)
  • Scilla siberica (Oosterse sterhyacint)
  • Tulipa sylvestris (bostulp)

Stinzenplanten

Naast de bekendere stinzenbollen bestaan er ook stinzenplanten. Je kunt ze bijna bodembedekkers noemen. Maar niet alle bodembedekkers zijn stinzenplanten. Hieronder een aantal bekende stinzenplanten: