Amandel
De amandel is veelal bekend om zijn uitbundige roze bloei in het voorjaar. De nectar trekt veel insecten aan die voor de bestuiving zorgen. Een amandelboom is relatief groot en groeit het beste op een beschutte plaats in de volle zon. De Prunus dulcis is een zoete variant van de amandel, welke goed voor consumptie geschikt is.
Bij de amandel eten we eigenlijk niet het vruchtvlees, maar een deel van de pit. Een amandel is dus geen noot. Na het “kraken” kan de amandel zo worden gegeten, maar de amandel heeft ook toepassing in veel gerechten. Vooral de amandelspijs is erg bekend.
Bestuiving: zelf bestuivend, bij handmatige bestuiving (d.m.v. kwast) meer succes. Bloei: eind maart, rijk bloeiend. Pluk de vruchten rijp, dan zijn ze aromatisch. Vruchten koel drogen en bewaren. Snoeien: na de oogst. Snoei niet te veel, haal alleen wat dorre takken weg. Bemesting: aan het einde van de winter een ruime hoeveelheid DCM Meststof Groenten en Fruit. Dit amandelboompje kan vooral perzikbomen goed bestuiven.